Hello Goodbye, een tv programma naar Jumbo-Set

Hello Goodbye werd niet bedacht door BlazHoffski.

Het is een kopie van het radioprogramma ‘Jumbo-Set’ dat aan het begin van de jaren zeventig ongeveer negentig keer werd uitgezonden door de AVRO radio.

De banden van die uitzendingen zijn helaas gelicht uit het archief, maar er zijn meerdere krantenartikelen en talloze aankondigingen in programmabladen van dat semi-live programma op de dinsdag middag tussen 16.00 en 17.00 uur. De luisterdichtheid was heel hoog.

Blazer is daarvan inmiddels al vijf jaar op de hoogte. Gezien de treffende gelijkenis met onderdelen van Jumbo-Set is het gerechtvaardigd om hem niet alleen een dief maar ook een leugenaar te noemen.

Ook NCRV directeur C. Abbenhuis is in het bezit heeft de diverse krantenartikelen over de oorsprong van Hello Goodbye. Fatsoen is kennelijk niet iets wat hij doet.

Want:

  • Ook het programma On Air is een rip-off van die radio uitzendingen.
  • De AVRO heeft in 1976 moeite gedaan om het programma naar de televisie om te zetten maar werd daarin belemmerd door de toenmalige privacy wetgeving.

Overigens bevindt zich een interview met de ‘eerste’ bedenker van Jumbo-Set in het archief van KRO’s “Het theater van het Sentiment”. In 2002 of een jaar later. Daarin licht ze uitgebreid toe hoe dat programma in elkaar werd gezet en uitgezonden.
Een andere bron voor informatie zijn de diverse omroepbodes en gidsen tussen 1972 en 1976.

Brutale schending van auteursrechten

Aan deze brutale vorm van schending van het auteursrecht moet een einde komen. Ik ga de discussie over de gang van zaken rond oude en bewezen succesvolle formats en ook ‘verse’ pogingen om een programma opzet zonder gevaar in te leveren bij producenten en omroepen, graag aan.

In dit klimaat durft niemand het meer aan om iets te bedenken, uit te werken en te ondernemen. De frustratie daarover onder talentvolle, creatieve medewerkers is groot. Afhankelijkheid voor opdrachten maakt hen monddood.

Discussie over een media-archief

Het wordt tijd om een media-archief te installeren in Hilversum. Daarin kunnen de bestaande formats en uitgezonden programma’s worden geregistreerd en vastgelegd. De open markt van nu zet sommige mensen aan tot diefstal, list en bedrog, en belemmert anderen om hun creatieve ideeën toe te vertrouwen aan de omroepen of producenten.

Kamerlid Joop Atsma beschermt de CDA omroepen. Hij is op de hoogte van de vele rip-offs, ook als het om tunes en jingles gaat, maar maakt zich niet sterk voor zo’n media-archief. De afhankelijkheid van Kamerleden voor uitnodigingen in programma’s moet daarvoor de reden zijn. Die versmelting van belangen gaat ten koste van de kwaliteit van het management (zoals bij de rip-offs van Jumbo-Set) en de commerciële belangen van de producenten én de omroepen. Dat creëert onfrisse bondgenootschappen die op hun beurt weer ten koste gaan van de kijker.

In het geval van Jumbo-Set beroept Blazer zich op zijn leeftijd. Hij zou in de jaren zeventig tussen elf en vijftien jaar zijn geweest en ‘dus’ kennelijk te jong om naar de radio te luisteren. Echter, zijn tante, en direct betrokkene bij zijn bedrijf, is Ellen Blazer. Zij was in die jaren een voortreffelijke eindredacteur in vaste dienst bij de VARA en bedenker van meerdere ijzersterke formats. Het zou nuttig zijn als zij ook een bijdrage levert aan deze noodzakelijke discussie.

De teneur ervan hoeft in eerste instantie niet gaan over geld, maar over integriteit en ter zake kundige wetgeving rond radio en televisieprogramma opzetjes en formats. De wetgever loop erg achter bij de ontwikkelingen op commercieel gebied en schaadt daardoor de belangen van de free-lance creatieve sector en de kijkers.